dinsdag 22 maart 2011

Man in Bonus

Hij drukte zijn sigaar uit en fluisterde: 'Dan moet het maar.' De pen van de secretaresse ratelde over het papier en zweet begon zich te ontwikkelen op het voorhoofd van de overige aanwezigen. Wat een spanning, sensatie! Zoiets gebeurde eigenlijk nooit in dit bankgebouw. De kogel was door de kerk. Geen bonus.

Het belang had altijd al voorop gestaan. Zowel naar de klant toe als over de rug van de klant. Geld is geld, hing er op een bordje in de hal van het gebouw te lezen. En dat was zo. Maar nu werd alles anders. De directeuren konden niet meer elke week gaan golfen op kosten van de zaak - lees klant - en etentjes konden nu alleen nog maar eens per twee weken. Inleveren, daar draaide het om. In het belang van de bank.

De sigarenrook hing nog in het kantoor en de sfeer was ook om te snijden. Geen bonus meer? Jeetje, het moet niet veel gekker worden! Dat zou vergaande gevolgen hebben voor iedereen. En het was zo goed allemaal. De klant wist van niks terwijl de directie zich te buiten ging aan de opbrengsten van de graaicultuur en de woekerpolissen. Geweldig, wat een tijd! Het kon niet op: van overdreven kerstfeestjes in het Kurhaus tot Mercedes-Benz in het kwadraat. You name it, het was er. Gouden tijden.

'Wat zullen we het slecht hebben', overwoog hij. Geen bonus meer, het was een sombere dag. Waar moet al dat geld blijven? Wat te doen met al die poen? Hij wist er wel iets mee.

De bode prikte de zeepbel definitief lek. 'Het volk is hier', kondigde hij aan. En hij opende de dubbele deuren.